Gezichtsherkennig en recht op afbeelding

Met de AVG zijn de biometrische gegevens uitdrukkelijk verheven tot de rang van gevoelige gegevens want de context waarbij zij worden verwerkt, kunnen ernstige risico's met zich meebrengen voor onze rechten en vrijheden. In die zin hebben ze een betere bescherming nodig. Artikel 9 van de AVG regelt de verwerking van deze specifieke gegevens, met inbegrip van de gegevens die door middel van gezichtsherkenning zijn verkregen.


Gezichtsherkenning is een techniek die het mogelijk maakt om met de gelaatstrekken :

  • Een persoon te authenticeren: Dat wil zeggen, verifiëren of een persoon is wie hij of zij beweert te zijn (in het kader van de toegangscontrole). Het systeem vergelijkt of de identiteit die als gevolg van de identificatie wordt verkregen, overeenkomt met de identiteit die eerder in de bestanden is opgeslagen.

of

  • Een persoon te identificeren: Dat wil zeggen, om een persoon te vinden binnen een groep van individuen, een plaats, een afbeelding of een database. Het systeem analyseert of het gepresenteerde gezicht overeenkomt met de modellen die zijn geregistreerd in de database op basis van "gelijksoortigheidscriteria". Een voorbeeld van een biometrisch identificatiesysteem is het gezichtsherkenningssysteem van INTERPOL.

Dankzij gezichtsherkenningstechnieken worden onze gezichten getransformeerd in gegevens die vervolgens kunnen worden gegroepeerd, geclassificeerd en geanalyseerd. Hoewel het gebruik van gezichtsherkenning in sommige gevallen positief kan zijn (bijvoorbeeld in de strijd tegen terrorisme of fraude), zijn er ook risico's voor onze privacy. Dus, hoe zit het met de particuliere bedrijven die op dit moment de grootste beeltenisdatabanken hebben? En gezichtsherkenningstechnologieën die het mogelijk maken om, vanuit een naam, op het netwerk en het web alle afbeeldingen te vinden die deze persoon vertegenwoordigen? Hoe zit het met het gebruik van deze methoden op openbare plaatsen ? Er bestaat nog weinig institutioneel advies over deze kwesties.

In het licht van deze gegevensbeschermingskwesties en het risico van inbreuken op de individuele vrijheden (zoals de vrijheid om te komen en te gaan) is er ook de kwestie van de veiligheid van onze online gegevens en het risico van hacken of frauduleus gebruik. Het is vanwege het hoge risico dat een verwerking van dergelijke gegevens met zich meebrengt, dat de AVG de verplichting heeft ingevoerd om een gegevensbeschermingseffectbeoordeling (GEB) uit te voeren.