2017
Advocaat-Generaal Hof van Justitie bevestigt bevoegdheid om op te treden tegen Facebook
Op 24 oktober 2017 maakte Advocaat-Generaal Bot zijn standpunt bekend in de zaak Wirtschaftsakademie (C-210/16).
In deze zaak wordt het Hof van Justitie gevraagd om te verduidelijken wanneer het nationale privacyrecht van een lidstaat van toepassing is op een internationale speler zoals Facebook. Daarnaast wordt het Hof gevraagd om de bevoegdheden van nationale privacycommissies te verduidelijken eens het vaststaat dat het nationale privacyrecht van toepassing is.
In zijn analyse onderstreept de Advocaat-Generaal het belang van deze zaak voor de lopende nationale procedures tegen Facebook:
“Nu toezichthoudende autoriteiten van verscheidene lidstaten in de afgelopen maanden hebben besloten geldboetes op te leggen aan Facebook wegens schending van de regels inzake de bescherming van de gegevens van haar gebruikers, biedt de ter onderzoek voorliggende zaak het Hof de gelegenheid de omvang te preciseren van de bevoegdheden om in te grijpen van een toezichthoudende autoriteit […].”
De Advocaat-Generaal gaat in tegen de opvatting van Facebook dat zij enkel onderhevig zou zijn aan de Ierse privacywetgeving en aan het toezicht van de Ierse Autoriteit. Hij volgt daarmee de opvatting van de Belgische Autoriteit dat de Europese wetgever de lidstaten de mogelijkheid heeft gelaten hun eigen nationale wetgeving toe te passen, waardoor de wetgeving van meerdere lidstaten naast elkaar van toepassing kan zijn.
Het advies van de Advocaat-generaal is niet bindend voor het Hof van Justitie, maar wordt in de praktijk vaak gevolgd.