Het recht op informatie

Elke betrokkene heeft recht op bepaalde informatie wanneer gegevens verwerkt worden die op hem of haar betrekking hebben. Verwerkingsverantwoordelijken hebben een plicht om de betrokkene te informeren.


De verwerkingsverantwoordelijke moet bepaalde informatie verstrekken aan de betrokkene. De te vertrekken informatie verschilt naargelang u de persoonsgegevens bij de betrokkene zelf hebt opgevraagd (rechtstreekse inzameling) of vanuit een andere bron verkreeg (onrechtstreekse inzameling). Dit is de basisinformatie die u aan de betrokkene moet meedelen:

Informatie Rechtstreeks Onrechtstreeks
doeleinden en rechtsgrond van de verwerking
identiteit en contactgegevens van de verwerkings-verantwoordelijke en de DPO (als er een DPO is)
de ontvangers of categorieën ontvangers van de gegevens
bij doorgifte buiten de EU: het bestaan van een adequaatheids-besluit of passende waarborgen en hoe u hiervan een kopie kan krijgen
uitleg over het gerechtvaardigde belang van de verwerkings-verantwoordelijke als de verwerking steunt op deze rechtsgrond  
de categorieën van verwerkte gegevens  

Bovendien schrijft de AVG voor dat u ook de onderstaande informatie moet verstrekken om een behoorlijke en transparante verwerking te waarborgen:

Informatie Rechtstreeks Onrechtstreeks
de bewaartermijn, of indien onmogelijk, de criteria om die termijn te bepalen
het recht op toegang, uitwissing, verbetering, beperking, bezwaar en overdraagbaarheid
het recht om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit
steunt de verwerking op toestemming: het recht om de toestemming te allen tijde in te trekken
het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, nuttige informatie over de onderliggende logica hiervan en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene
uitleg over het gerechtvaardigde belang van de verwerkings-verantwoordelijke als de verwerking steunt op deze rechtsgrond  

de bron van de gegevens  
of de betrokkene verplicht is de persoonsgegevens te verstrekken (door de wet of een contract) en wat de gevolgen zijn bij een weigering om die gegevens te verstrekken  

Bij de rechtstreekse inzameling moet u de informatie geven op het moment van inzameling van de persoonsgegevens. Bij de onrechtstreekse inzameling van persoonsgegevens moet u de informatie ten laatste geven binnen één maand na de initiële verkrijging van de persoonsgegevens. Die maximale termijn van één maand wordt ingekort – nooit verlengd – :

  • Indien u de persoonsgegevens gebruikt voor communicatie met de betrokkene. U informeert dan uiterlijk op het moment van eerste contact met de betrokkene;
  • indien u de gegevens aan een andere ontvanger wil doorgegeven. U informeert dan uiterlijk op het tijdstip van de doorgifte van de persoonsgegevens.

Bij latere wijziging van de verwerking (bijv. nieuw ontvangers, verenigbaar doeleinde, doorgifte buiten de EU, etc.…) moet u de betrokkene hier ruim op voorhand over informeren.

U moet geen informatie meedelen indien de betrokkene deze al in het verleden ontving. Bij onrechtstreekse inzameling van persoonsgegevens gelden bijkomende uitzonderingen. De mededeling van informatie is dan niet noodzakelijk indien:

  • het verstrekken van die informatie onmogelijk is of onevenredig veel inspanning vergt.; of
  • het verkrijgen of verstrekken van de gegevens uitdrukkelijk is voorgeschreven door de wet; of
  • de persoonsgegevens vertrouwelijk moeten blijven door een wettelijk beroepsgeheim.

We raden aan om informatie te verstrekken in lagen. Op die manier vermijdt u dat een teveel aan informatie de transparantie schaadt en de betrokkene verdrinkt in een overvloed van informatie. De gelaagde verstrekking van de informatie verzoent de vereiste van beknoptheid met de vereiste om alle noodzakelijke informatie te verstrekken.