Gerechtvaardigd belang
De verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is (artikel 6.1.f) AVG).
Om je als verwerkingsverantwoordelijke op deze rechtsgrond te kunnen beroepen moet je nagaan of de volgende 3 voorwaarden cumulatief vervuld zijn:
- jij als verwerkingsverantwoordelijke of een derde aan wie gegevens worden verstrekt, streven een gerechtvaardigd belang na;
- de verwerking van persoonsgegevens is noodzakelijk voor de realisatie van dit gerechtvaardigd belang;
- de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene prevaleren niet.
Je moet een duidelijk, bestaand en actueel belang hebben (geen hypothetisch belang), dat kadert in je activiteiten als verwerkingsverantwoordelijke of je hebt er op korte termijn baat bij.
Het belang is niet hetzelfde als het doeleinde van de verwerking. Bv. een chemisch bedrijf heeft er belang bij om de gezondheid en veiligheid van zijn werknemers te waarborgen. In verband hiermee kan het bedrijf als doel hebben specifieke toegangsprocedures tot bepaalde delen van het bedrijf op te zetten die gepaard gaan met de verwerking van persoonsgegevens ten einde de veiligheid en gezondheid te helpen waarborgen.
Je belang moet gerechtvaardigd zijn. Een belang wordt als gerechtvaardigd beschouwd zolang dit je dit nastreeft op een wijze die in overeenstemming is zowel met de regelgeving inzake gegevensbescherming als andere relevante regelgeving.
Enkele voorbeelden van gerechtvaardigd belang:
- toegangsbeveiliging tot gebouwen;
- IT en netwerkbeveiliging;
- invordering van schulden zonder tussenkomst van de rechtbank;
- voorkoming van fraude.
Het gerechtvaardigd belang van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, moet aan dezelfde criteria voldoen als hiervoor vermeld. Een voorbeeld: de derde verricht historisch/wetenschappelijk onderzoek en heeft daartoe toegang nodig tot een databank met persoonsgegevens.
De uitzondering op de bescherming van persoonsgegevens en de beperkingen ervan moeten binnen de grens van het strikt noodzakelijke blijven. Eigenlijk is dit niet meer dan de toepassing van principe van de minimale gegevensverwerking vermeld in artikel 5.c) AVG: je mag alleen die gegevens die echt noodzakelijk zijn verwerken. Om dat te beoordelen moet je de volgende vraag stellen: heb ik andere middelen tot mijn beschikking die toelaten hetzelfde resultaat zou bereiken met het oog op het gerechtvaardigd belang zonder de verwerking van persoonsgegevens. Is het antwoord hierop positief, dan is er geen noodzaak.
Je moet een afweging maken tussen jou belangen en die van de betrokkenen. Als het resultaat van deze oefening aangeeft dat de belangen van deze laatsten niet zwaarder doorwegen, kan je de verwerking op de rechtsgrond “gerechtvaardigd belang” steunen.
De afweging geschiedt rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het concreet geval. Elementen die in je bij deze oefening in ogenschouw moeten nemen:
- het gewicht van je gerechtvaardigd belang als verwerkingsverantwoordelijke De impact ervan zal belangrijker:
- wanneer je niet alleen handelt in je eigen zakelijk belang, maar tegelijker tijd ook in een algemeen of belang van ruimere gemeenschap;
- wanneer de beoogde verwerking noodzakelijk en proportioneel is om een fundamenteel recht vermeld in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie uit te oefenen, zoals bijvoorbeeld vrijheid van ondernemerschap, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van wetenschap;
- de impact ervan op de rechten en vrijheden van de betrokkene. Deze wordt beïnvloed door:
- de zowel daadwerkelijke als potentiële positieve en negatieve gevolgen die uit de verwerking voortvloeien zoals daar bijvoorbeeld zijn het risico op discriminatie, uitsluiting, beschadiging van reputatie. Een risico-assessment kan hierbij een nuttig hulpmiddel zijn.
- de aard van de gegevens die je verwerkt. In de regel zijn de gevolgen van de verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens vermeld in artikelen 9 en 10 AVG voor de betrokkene zwaarwegender dan wanneer het “gewone” persoonsgegevens betreft.
- opgelet:
- de verwerking van “onschuldige” persoonsgegevens kan, afhankelijk van de wijze waarop dit gebeurt, ook in zwaarwichtige gevolgen voor de betrokkene resulteren;
- informatie die publiek werd gemaakt, mag je niet zonder meer verder verwerken maar zal wel een factor zijn die een rol speelt.
- de wijze waarop je de data verwerkt:
- maak je ze publiek ?
- maak je ze toegankelijk voor een groot aantal personen?
- verwerk je een grote hoeveelheid persoonsgegevens?
- combineer je met andere persoonsgegevens (profilering)? De resultaten hiervan kunnen leiden tot een onjuist beeld van het gedrag of de persoonlijkheid van een individu met alle nadelige gevolgen vandien.
- de redelijke verwachtingen van de betrokkene met betrekking tot het gebruik en de verstrekking van zijn gegevens (betekent dat je rekening moet houden met toepasselijke wettelijke of contractuele bepalingen, de beloftes gedaan n.a.v. de verzameling van de gegevens,….).
- de hoedanigheid van de verwerkingsverantwoordelijke en de betrokkene:
- er is een ongelijkheid in jou relatie als verwerkingsverantwoordelijke met de betrokkene bv. werkgever vs werknemer, dokter vs patiënt, je hebt een dominante marktpositie die een bedreiging kan vormen voor individuele betrokkenen, als groot bedrijf heb je meer middelen en onderhandelingsmarge dan een individuele betrokkene;
- sommige personen behoren tot een kwetsbaar deel van de bevolking bv. kinderen, asielzoekers, geesteszieken, ouderen, ….
Indien na deze oefening niet duidelijk is in welke richting de balans overhelt, dan je door bijkomende maatregelen te nemen vooralsnog de impact van de verwerking op de betrokkene te reduceren.
Bijzondere aandachtspunten:
- Wanneer de verwerking gebaseerd is op deze rechtsgrond, beschikt de betrokkene in het bijzonder over een recht van bezwaar (artikel 21 AVG)
- Artikel 6.2 AVG bepaalt dat de rechtsgrond “gerechtvaardigd belang” niet geldt “voor verwerkingen door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken”.